VERMINDERING VAN CO2-EMISSIES - KEN JE DE "SCOPES"?

Regeringen en bedrijven streven ernaar om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen teneinde de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit proces wordt beheerd door een internationale standaard op basis van "scopes". Maar waar verwijzen scope 1, 2 of 3 nu eigenlijk naar? Waarom bestaan ze en welke acties omvatten ze?

envirnmental-banner

EEN KOOLSTOFVRIJE TOEKOMST

Er valt geen tijd te verliezen. We weten met zekerheid dat de zeespiegel stijgt. Maar hoeveel? Het is nu onvermijdelijk dat het aantal droogtes en klimaatgerelateerde gebeurtenissen stijgen, maar hoe snel? Er is nog tijd om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten via collectieve actie. Daarom bestaat er nu een algemeen engagement om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal twee graden. Er moet dringend actie ondernomen worden, want onze planeet raakt oververhit.  

Om dit te voorkomen, zijn de doelstellingen om onze uitstoot van broeikasgassen te verminderen, heel ambitieus. Maar er valt geen tijd te verliezen. Om deze doelstellingen te halen en onze toekomstige levensstandaard te beschermen, zijn landen nu bereid om actie te ondernemen. Dat geldt ook voor bedrijven. Het stappenplan van de Europese Unie bijvoorbeeld, vereist een vermindering in broeikasgassen van 55% in tegenstelling tot het niveau in 1990... tegen 2030. Dat duurt niet lang meer!  

In Canada kondigde de Trudeau-regering in april 2021 aan dat het de broeikasgassen van het land met 40% en 45% (ten opzichte van het niveau in 2005) wil verminderen tegen 2030. Zelfs Japan - het vijfde meest vervuilende land ter wereld - zet zich in voor een koolstofvrije maatschappij, met een doelstelling van nul-emissie tegen 2050.

Dit fantastisch klimaatbesef begon in de late jaren 90, met de ontwikkeling van een internationaal protocol - het Greenhouse Gas Protocol (GHG-Protocol) - onder leiding van twee Amerikaanse instituten*. Deze eerste internationale norm werd in 2001 gepubliceerd en wilde een internationaal regelgevingskader bieden om broeikasgasemissies te meten in de publieke en privésector. Het protocol werd sindsdien regelmatig bijgewerkt met nieuwe normen en berekeningen.  

Het is in dit kader dat scope 1 en scope 2 werden ontworpen, gevolgd, in 2011, door scope 3. Deze drie scopes meten het engagement van bedrijven die een broeikasgasevaluatie willen instellen door middel van een uitgebreide inventaris van hun emissies. 

 


 

Drie scopes, één uitdaging - de broeikasgassen verminderen

Dankzij de scopes kan je onmogelijk zeggen dat je "duurzaam" bent tenzij je het echt bent. Deze internationale rapporteringsnormen bepalen nauwkeurig het niveau van CO2-emissies die worden gegenereerd bij de productie van een product en door zijn hele levenscyclus.  
 

Scope 1: directe emissies

Deze eerste, beperkte scope meet de broeikasgasemissies die rechtstreeks door het bedrijf worden gegenereerd door zijn locaties, faciliteiten en activiteiten. Het houdt rekening met het gebruik van brandstoffen, methaanuitstoot, vloeistoflekken, enz.

 

Scope 2: focus op energiegebruik

Scope 2, focust ondertussen op het energieverbruik dat nodig is om een product te maken. Wat is de energiebron? Werd die geproduceerd zonder broeikasgassen uit te stoten? Deze scope focust zich daarom op alle secondaire energieconsumpties (hitte, stoom, afkoeling, enz.) om de indirecte broeikasgasemissies te evalueren.  
 

Scope 3: indirecte emissies

Dit is de breedste scope omdat die de indirecte broeikasgasemissies berekent die tijdens de levenscyclus van een product worden vrijgegeven: aankoop en delving van grondstoffen, transport, toeleveringsketen, afvalbeheer, recycling, enz.

Er bestaat dus een breed theoretisch overzicht van de drie scopes. Maar waar worden deze indicatoren in de praktijk echt voor gebruikt? Door richtlijnen te bieden bij de implementatie van een MVO-beleid (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen), stellen deze benchmarks organisaties in staat om vervuilingsbronnen te identificeren en te becijferen - en dienovereenkomstig te handelen.  


 

De volledige waardeketen onderzoeken

Laten we het voorbeeld nemen van de bouwsector, die 38% vormt van de globale broeikasgasemissies. Terwijl 75% van deze emissies afkomstig zijn van de energie die wordt gebruikt (verwarming, afkoeling en sanitair water), is 25% afkomstig van "intrinsieke koolstof" die verbonden is aan de gebruikte materialen, het transport, enz.  

Met het oog op de klimaaturgentie engageren bedrijven zoals Saint-Gobain zich om hun volledige waardeketen onder de loep te nemen om ervoor te zorgen dat hun acties deel uitmaken van een bredere beweging. Om de levering van grondstoffen en hun transport tot aan het einde van de levensduur te dekken, omvat de groep scope 3 in zijn broeikasgasevaluatie, met als doel een vermindering van 16% van zijn emissies (ten opzichte van 2017) tegen 2030. Dezelfde handelswijze werd door de BMW-Group aangenomen, die zich de doelstelling heeft gesteld om zijn emissies met een derde te verminderen tegen 2030, over zijn volledige productieketen, van grondstoffen tot de productie van voertuigen, recycling, enz.

 


 

De "Net Zero"-manier

net-zeroWat betekent dit nu concreet voor de planeet? Wel... het verandert alles! Door de volledige levenscyclus van een product onder de loep te nemen, engageert een bedrijf zich om zijn broeikasgassen te verminderen en kan het nieuwe opties onderzoeken om het gebruik van bepaalde grondstoffen met een hoog koolstofgehalte te beperken. Om zijn emissies drastisch te verminderen, rekent Saint-Gobain met name op lichte, koolstofarme constructies, de elektrificatie van zijn productieprocessen en het gebruik van groene en duurzame energie (biomassa, biogas en waterstof).

Andere grote groepen evolueren ook naar klimaatneutraliteit, met inbegrip van Danone, die alle broeikasgasemissies van al zijn activiteiten over de hele wereld bijhoudt. Die aanpak wordt gesteund door twee belangrijke initiatieven: hernieuwbare elektriciteit en regeneratieve landbouw, die koolstof in de grond wil opnemen. De groep streeft er ook naar om ontbossing uit zijn toeleveringsketen te verwijderen en de overblijvende emissies te compenseren om de meest kwetsbare gemeenschappen te ondersteunen.

Diezelfde duurzaamheidsaanpak werd overgenomen door de meubelgigant IKEA, die ontbossing tegengaat en de biodiversiteit en ecosystemen wil beschermen. Sterker nog, de Zweedse groep heeft grote ambities en wil overstappen van een "economische aanpak" naar een "circulaire aanpak" op basis van duurzame keuzes. Om deze transformatie in goede banen te leiden, zal IKEA producten ontwerpen die, vanaf het ontwerpstadium, gemaakt worden om hergebruikt, herbouwd en gerecycled te worden. Via deze nieuwe aanpak, hoopt IKEA consumenten te inspireren en te overtuigen om beter te leven door de "less is more"-regel toe te passen.

 


 

Vlindereffect

Dit is een echte paradigmaverschuiving. Nu men erkent dat het wapperen van de vleugel van een vlinder ernstige milieugevolgen kan hebben aan de andere kant van de planeet, stellen veel grote bedrijven scope 3 vast, die het grootste spectrum heeft. Ze hebben begrepen dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor de levenscyclus van hun producten - van grondstoffen tot recycling. Los van de vraag over directe of indirecte emissies nemen deze groepen ook een meer maatschappelijke en verantwoordelijke houding aan ten opzichte van hun volledige waardeketen, door zich volledig in te zetten voor het klimaat, de planeet en zijn bewoners door goede praktijken aan te moedigen bij hun leveranciers en bij hun klanten. Dit diepgaande engagement transformeert radicaal het economische model van bedrijven, die meer 'impactbedrijven' worden met een positieve impact op het milieu, de maatschappij, hun werknemers en klanten. 

"Think global, act local" (Denk globaal, handel lokaal) - is dit de sleutel tot onze toekomst?

 

* The World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en de World Resources Institute (WRI)

 

SGA image